Wauw! Wat mooi! Maar waarom?

De afgelopen maand heb ik me afgevraagd wat wij –in het algemeen- mooi vinden en waarom. Tijdens de opleiding binnenhuisarchitectuur was “mooi” geen juiste kwalificatie van je eigen of andermans werk. Daar horen argumenten bij! Terwijl die vaak moeilijk te vinden zijn, weet ik wel heel goed wat ik mooi vind. Hoe werkt dat dan in onze hersenen?

Vergelijking

Staar jij weleens naar wolken? Op zoek naar die ene vorm de heel bekend voorkomt (anders dan een wollig schaap) en je omschrijft als een persoon of dier? “Kijk, een dino!” … “Als je je hoofd draait en dan…” Voor de kleine man die zijn hoofd vol heeft met allerlei dinosaurussen ziet alles er uit als een dino. Ik herken het niet, maar herken wel een hoofd, met een wormvormig aanhangsel.

Mensen of dieren die we aardig of vriendelijk vinden, vinden we mooier dan het tegenovergestelde. Als jij gruwelt van een kandelaar met spitse punten, komt dat misschien wel door de vele sprookjes met heksen of doordat je brein nog steeds snapt dat je moet vluchten voor scherpe tanden.

Vormen & Materialen

De vorm en uitstraling zorgen dus dat we iets kwalificeren als “mooi”.  Maar ook tijd speelt een factor, of eigenlijk de ontwikkelingen die prominent zijn in die tijd.

Neem de vele bruggen en die enkele toren van Gustave Eiffel. Als je echt kijkt, lang en geïnteresseerd, vind je de Eiffeltoren dan mooi? Of het Viaduc de Garabit? Ik vind het vele koude staal en de enorme grootte niet vriendelijk overkomen. Maar dat het ontsproot uit een gedachte en het te realiseren was in die tijd, dat maakt beide bouwwerken enorm indrukwekkend. En in die zin ook mooi.

Eiffel en zijn bedrijf maakten trouwens niet alleen grote, stalen bouwwerken. Ze hebben ook prachtige glaskoepels gemaakt voor postkantoren en hotels. Met sierlijke bogen en glasmozaïek vol bloemen. Twee dingen die vriendelijk overkomen en door veel mensen wel echt mooi gevonden worden.

Herinneringen

Eigenlijk gaat iets mooi vinden dus over de associatie die jij hebt bij het gebouw, de brug of een toren. De ene keer zit dat in je oerbrein en weet je dat je niet hoeft te vluchten voor dat vriendelijke gezicht. Een andere keer ga je uit van je interesse en de kunde die je terugziet in het bouwwerk.

Een derde mogelijkheid is dat de architectuur je terugbrengt naar een periode die je prettig vond. Als een soort souvenir in je gedachten. Zweeds houtsnijwerk, islamitische krullen of gotische ramen zoals in jouw universiteit. Je voelt je thuis als je details ziet die je kent en benoemt dat vaak als mooi, zonder allerlei argumenten.

“Beauty is in the eye of the beholder.”


EVELINE MOS

+31 (0)6 262 08 519

The Joy of coming Home

About Author

You May Also Like

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *